Vragenlijst Interesses Holland (VIH-R)

Over de VIH-R:

De Vragenlijst Interesses Holland (VIH-R) is een interessevragenlijst die is gebaseerd op het RIASEC-model van Prof. J. Holland. Het RIASEC-model is uitgekozen voor het interessenfacet in O*Net.

De VIH-R is bedoeld voor personen met MBO- of hoger niveau en kan worden worden ingezet in het kader van assessment, l0opbaanadvies, beroeps- en studiekeuze. 

De VIH-R bestaat uit 90 korte, kernachtige items. Het duurt minder dan tien minuten om de VIH-R te doorlopen. 

Meetpretentie: 

De VIH-R meet de zes basisinteresses uit het RIASEC-model:

  • Realistisch
  • Investigatief
  • Artistiek
  • Sociaal
  • Ondernemend (Entrepreneurial)
  • Conventioneel

Hieronder worden deze interessegebieden nader toegelicht: 

Realistisch:
Mensen in realistische beroepen hebben interesse in werk dat praktisch, concreet en nuttig is. Ze vinden het prettig om hun handen te gebruiken of met machines om te gaan. Ze willen graag fysiek bezig zijn en zich inspannen.

Investigatief:
Onderzoekende mensen hebben interesse voor wetenschappelijke activiteiten en methoden. Ze willen weten hoe de wereld in elkaar zit en zoeken naar informatiebronnen om tot een antwoord op hun vragen te komen.

Artistiek:
Mensen met artistieke interessen willen zich graag kunstzinnig uiten en originele dingen creëren. Hun verbeelding en creatieve talenten willen ze daarbij tot uitdrukking brengen. Daarbij willen zij niet graag aan regels worden gebonden die hun artistieke vrijheid in de weg staan.

Sociaal:
Mensen met sociale interessen hebben er plezier in om andere mensen te helpen, zodat zij zich kunnen ontplooien of om op welke manier dan ook bij te dragen aan hun welzijn. Ze zijn geïnteresseerd in anderen en willen graag met anderen samenwerken.

Ondernemend:
Mensen met ondernemende interessen houden ervan om met anderen in contact te treden en hen te beïnvloeden, bijvoorbeeld om iets te verkopen of om samen een (zakelijk) doel te bereiken. Deze mensen praten graag en nemen graag de leiding op zich. Ze zijn op zoek naar kansen, nemen initiatieven en durven risico’s te nemen om iets te realiseren.

Conventioneel:
Mensen met conventionele interessen houden van werkzaamheden waarbij volgens vaste regels en procedures wordt gewerkt en waarbij dingen zorgvuldig moeten worden bijgehouden of berekend. Daarbij gaat het meestal om kantoorwerkzaamheden.


Psychometrische eigenschappen en normering:

In maart 2020 is de VIH gereviseerd. De gereviseerde versie (onder de naam VIH-R) bevat dezelfde schalen met een aantal vernieuwde items. 

De gemiddelde betrouwbaarheid van de VIH-R is .82

Factoranalyse (met varimaxrotatie naar zes factoren) laat zien dat de items clusteren rond de dimensies waarvoor ze zijn bedoeld. 

De normering is gebaseerd op meer dan 500 deelnemers van MBO+ niveau. Daarnaast zijn er intra-individuele normen beschikbaar. 

In vragenlijsten is het gebruikelijk om scores weer te geven ten opzichte van een norm- of referentiegroep. Nadeel van het gebruik van relatieve (inter-individuele) normen bij interessevragenlijsten is dat de interesse-voorkeur, zoals uitgedrukt in de resultaten, niet alleen wordt bepaald door de persoonlijke voorkeur van de deelnemer maar ook door de voorkeur van de referentiegroep waartegen de scores worden afgezet. 

Om hier aan tegemoet te komen voorziet de revisie ook in absolute (intra-individuele) normen. Scores worden hierin niet afgezet tegen een referentiegroep maar ze worden voor iedere schaal op exact dezelfde manier getransformeerd naar de kwalificaties ‘zeer weinig’, ‘weinig’, ‘matig’, ‘veel’ en ‘zeer veel’ interesse. Voor elke deelnemer kan op die manier worden afgelezen wat de relatieve voorkeur is voor de verschillende interessegebieden. Niet ten opzichte van een referentiegroep maar ten opzichte van de deelnemer zelf.

Referenties:

Sager, C.E. (1999). Occupational Interests and values. In: Peterson, N.G., Mumford, M.D., Borman, W.C., Jeanneret, P.R., & Fleishman, E.A. (Eds.) An Occupational Information System for the 21st Century: The Development of O*Net, (Ch. 12, pp. 197-211). Washington DC: American Psychological Association

De Fruyt, F., & Mervielde, I. (1999). RIASEC types and big five traits as predictors of employment status and nature of employment, Personnel Psychology, 52, 3, 701-728

Hogan, R. & Blake, R.J. (1997). Vocational interests. Matching self-concept with the work environment, In: K.R. Murphy (Ed.). Individual differences and behavior in organizations (Ch. 3, 89-144), San Francisco: Jossey-Bass